Nieuws

  • Wandelen Op Dinsdag (WoD) en de Market Garden Estafette

    Op dinsdag 17 september maakt Wandelen Op Dinsdag (WoD) een speciale dagtocht waarbij we twee etappes van de historische Market Ga

    Lees meer
  • Beijing en de Chinese Muur

    Je start in het hart van Beijing, waar het moderne leven bruist, en maakt vervolgens een reis naar het verleden wanneer je over de

    Lees meer
Meer nieuws

Beleving van Pelgrim Hubert op Porto - Santiago de Compostela

Verslag van Hubert Engels tijdens zijn tocht Porto naar Santiago de Compostela aangevuld
Met toestemming geplaatst de uiteindelijke versie zal met foto worden


1.0 proloog aan mijn tocht

1.01 Camino lopen gaat bij mij over de vraag wat neem je mee op reis. 

Dat gaat niet alleen over het mentale aspect, maar ook over de kilo’s die meedraagt. 

Ik ben al 35 jaar getrouwd met de allerliefste liefste. Maar in de discussie over wat je meeneemt op zo’n wandeltocht leg ik het altijd af. Dus heb ik 21 paar sokken, 21 onderbroeken, en 21 T-shirts bij en natuurlijk een hele apotheek van zalfjes voor de voeten. De reis is uiteindelijk 21 dagen. Zelf ga ik uit van 11 loopdagen. Dus ik kan met de helft toe. Afijn! De reis is begonnen. 

1.02 Vandaag gestart met het kennis maken van de medelopers op de tocht, waaronder mijn niet al te onbekende broer. 

Een programma om ons zelf in te brengen. Wie zijn wij in het kort? 

De weg is nog lang naar Santiago. 

En daarvoor is koffie nodig met krentenbrood. Ja later zelfs worstenbrood met de lunch. 

Een kleine wandeling door zompig gras. We houden onze schoenen droog. Maar witte sneakers zijn niet handig. Wandelschoenen laat je natuurlijk nog in de auto! Je gaat immers vanaf morgen pas lopen! Meren van water over het pad worden dus gepasseerd of ontweken. 

Na de lunch legt broeder Theo van de congregatie van Onze Lieve Vrouwe van Lourdes - kortweg broeders van Oostakker - uit hoe de pelgrimsherberg in Vessem is ontstaan. Broeders en zusters van de congregatie waren als ware het in diaspora over huizen in kerkelijke provincies verspreid.

Zo ook Vessem. Er woonden daar zes broeders die na het tweede Vaticaans Concilie in aggiornamento naar buiten moesten treden. De deur open, de paden op, de lanen in. 

Zo ook broeder Fons - nu bijna 94 jaar - die de Camino in 1988 is gaan lopen met een vriend. En hem viel op hoeveel spullen langszij de weg te vinden waren. 

Thuisgekomen in Vessem heeft hij aan de provinciaal overste zijn idee voorgelegd om in de Jacobus hoeve een tweedehands winkel op te zetten. Zowaar een groot financieel succes. Met de ontkerkelijking namen ook het aantal broeders af en werd besloten het huis waar de broeders woonden open te stellen voor pelgrimgangers. Van lieverlede is het geworden tot een pelgrims herberg.

1.03 Waarschuwing flitspaal, niet 70. Waarschuwing vaste flitspaal limiet 90. Zo wordt je reis gecontroleerd door de ‘Radarcontrol’ op weg naar je Camino. Ga vooral niet te hard!

Met zijn zessen rijden wij in het busje zuidwaarts richting Chartres. Gek eigenlijk je rijdt eerst op naar Vessem en door naar Eindhoven om daar Martha op te halen. Kom je toch via Antwerpen en Sint Niklaas bijna thuis. Maar ach troost! De reis gaat voort, zoals het altijd gaat op de Camino. 

1.04 Rijdend langs glooiende velden doorheen de vallee de Somme waar graven van soldaten zijn. Neen stilstaan is er niet bij. We zijn op weg en herdenken even niet.

Chartres vandaag is nog een eind weg! dat zal voor vanavond onze standplaats zijn.

1.05 Ze belden vanuit Vessem of de gebruikers van kamer 7 de sleutel hadden meegenomen. Na de eerste ontkenning ging ik nader op zoek of ik de sleutel in mijn broekzak gestoken had. En ja hoor! Dat bleek dus. 

We brengen de sleutel na de Camino terug tenzij ze hem opgestuurd willen hebben. 

1.06 Onderweg een goede maaltijd genoten. Sommigen een pasta met Carbonarasaus. Ik een salade met gaufres -wafel- en geitenkaas En met spekjes. Lekker! 

Eenmaal in Chartres aangekomen bleek ons hotel een oud klooster te zijn. De spullen uit de bus en daarna op wandeling door de stad. We liepen langs blauwe lichten een lichtroute met als apotheose de verlichting op de frontzijde van de kathedraal. 

Morgen op weg richting Hendaye. 

1.07 Het gaat lekker. Kom juist tot de conclusie dat ik een bijna identieke trolley uit de bus heb meegenomen. Die is meegereisd in de bus die over een paar dagen wordt ingevlogen. 

Vandaag wel een nieuw T-shirt uit mijn ene tas, maar een nieuwe onderbroek zit er voor morgen niet in. Ach zolang ik niet al te zeer winden laat maakt dat weinig uit. Ik heb nog minstens 19 nieuwe onderbroeken over. 

1.08 Gisteravond de lichtshow op de buitenkant van de kathedraal in Chartres. Vanmorgen de binnenkant. Als je binnen komt benader je de gewelven van Khazad Duhm. Pilaren rijzen omhoog. De ruimte voelt leeg aan ondanks ontelbare stoelen. Ik schat dat 5000 mensen hier staande weg geplaatst kunnen worden. Een kerk waar in en uitgelopen wordt. Effekes een hostie halen, net na de Eucharistie als ware het een snack. Of een aflaat met een biecht en rozenhoedje afsmeken om in het reine met het hogere te komen. We weten immers niet of volgende zondag weer een biecht nodig zal zijn. 

Ik loop richting het koor en zie keurig drie stoelen opgesteld voor de heren priesters. De middelste stoel is voor de bisschop. Je kan duidelijk de calotta zien aan de leuning boven aan de rugleuning. Onderscheid ook hier in de grootte van de stoel.

Rondom het koor over een lengte van 50 meter 30 verschillende taferelen uit het leven van Maria en Jezus. Op bezoek bij Bernadette zie ik Maria al een beetje zwanger zijn: “Zie hier de dienstmaagd des Heren!”

Aan de andere kant wordt Jezus voor Pilates gebracht:”Gij zegt het!”

Er wordt wat in die taferelen rondgesjouwd met Jezus. Een kruis wordt zelfs opgericht. En een aantal taferelen verder gaat Jezus door het dak. Alle omstanders staan naar boven te staren, maar niemand die Hem tegenhoudt. Zoveel is zeker Hij gaat terug naar de Vader. 

In de Geest ga ik verder door zoveel schoonheid in wit zandsteen gecreëerd over een periode van 100 jaar, pak hem beet 1605, maar ook 1711 AD zie staan. 

In de Geest opgenomen vergeet ik bijna de tijd om naar de bus te gaan. We hebben immers nog ruim 700 km te rijden tot aan Saint Jean de Luz aan de Spaanse grens. 

1.09 Gisteravond aangekomen in Porto. Vanuit Saint Jean de Luz via Burgos, Leon en Verin Portugal ingereden. Een afstand weer van 750 km. 

1.10 Sinds de dag daarvoor lees ik nu het boek van Viktor Frankl: ‘De zin van het bestaan. Een psycholoog overleeft de Holocaust.’ Het is een troostrijk boek. Een boek over opnieuw kracht vinden en over de overwinning op tijden van Lijden in een verschrikkelijke omgeving. 

“Met de kleinste kleinigheid waren wij dankbaar. Wij waren dankbaar als we tijd hadden te ontluizen voordat we naar bed gingen, ook al betekende dit dat we naakt in een onverwarmde barak stonden, waar de ijspegels van het dak hingen. Toch dankten wij de hemel als het luchtalarm signaal niet werd gegeven tijdens dit werk en het licht dus niet werd gedoofd. Wanneer wij ons niet terdege konden ontluizen, zouden wij die nacht geen oog dicht doen.”

1.11 Hoe anders nu. Nog onderweg onder gelukzalige omstandigheden. Een bord inktvis in zijn eigen vocht, heerlijk mals. Het is niet te vergelijken als waar Frankl het over heeft. En toch je besluit zo’n Camino te lopen. Om zin te geven. Het kan zelfs afzien zijn. Maar met de woorden van Rilke gaat het “om het lijden te verzetten.” Je weet dat je aan zo’n tocht begint. Je weet niet waar het automatisch eindigt. Al heb je het doel voor ogen. Het moet te halen zijn, maar je kan zomaar met je snufferd in de sloot liggen, tot op het bot zo koud. Je kunt zomaar door een beek van water lopen zonder waar te nemen in een open afvoer stappen, waardoor je niet verder kunt omdat je 28 krammen in je been hebt zitten. 

Uitgaande van het mooie weer en de heerlijke condities die mensen als Theo en Kees creëren sluit het het onverwachte niet uit. Lijden zal ik dus opnieuw moeten verzetten. 

Ik maak een keuze om te lopen en aan die keuze ontleen ik moed om te zijn. Het is gaan over je eigen onzekerheden heen. Nu nog in geconditioneerde omstandigheden, maar later allicht in veel soberdere omstandigheden, omdat ik dat wil! 

Dat geeft essentie aan het leven. Het maakt me blij en geeft me de moed ook in mijn werk als brandwacht-wat niet meteen de meest interessante baan is- voor dat werk te staan. Gelardeerd weliswaar met activiteiten zoals een Camino of het schrijven van verhalen. 

Voorwaarts leven mag ook met omzien naar wat vroeger was zonder daar in te blijven hangen. 

Het geleerde mee te nemen op de weg die Camino heet. De tred te nemen desnoods met een stok

om een afgerond doel te verkrijgen. 

Op naar Santiago!

1.12 Porto,  ontbijt bij de bakker met een broodje Ham en Kaas, Naranja en een Americano. We kunnen er weer tegen. Theo leidt ons de weg op weg naar de kathedraal en door de volkswijk. Voortvarend is hij wel. Dus zoeken waar hij is. Gelukkig heeft hij zijn lengte mee. Na het warm eten kunnen wij verder Porto in. We hebben inmiddels een tocht van 7 km op en neer. De kuiten voel ik al. De geblenderde groentensoep en salade met rode biet vullen goed de ingewanden.

Met zijn vieren gaan we de kathedraal in. Tom neemt zelf de boot langszij de oever van de Douro. Voor ons is het zicht met dit mooie weer ronduit schitterend boven op de toren van de kathedraal. Bijna als ware het een fortificatie. 

Amke appt. Hoezeer mis ik haar nu ze niet in Porto is, maar drie weken eerder vanuit Porto met Kevin weer naar Mexico is gevlogen. Ze had mee op kunnen lopen een stukje de Camino op. Of ze had Edie en mij uit kunnen zwaaien. 

Maar ze appt terwijl ik op de toren sta van de kathedraal.Toch het juiste moment. Er is verbondenheid over zee. En dat geeft troost. 

2.0 Van monoloog tot dialoog 

2.01 We trappen af. 

Theo zet ons af aan de Passadiços do Pavia waar we een over een plankierpad lopen langs de Rio Pavia. Prachtig maar pittig met 575 traptreden van pakweg 25 cm hoog. Reken maar uit! 143 meter op. 

Beelden van mijn werk wanneer ik naar een stoomdrum de trappen opga doemen op. Ik ben immers Brandwacht! Want wat je bent laat je maar geleidelijk los.

Het pad gaat verder, Geleidelijk naar beneden. Een tocht van 8,5 km. Maar goed het was te doen. 

Natuurlijk je voelt het in je kuiten, maar dat stretch je er wel uit. 

2.02 Er komen vragen bij mij op die tijdens het wandelen voortdurend veranderen. 

Hoe kijk ik als ik hier zo loop in deze vallei? Wat neem ik waar? Welke zienswijze neem ik aan? Waar heb ik oog voor?

-Kijk ik de rivier af en de vallei en neem ik het groot perspectief waar?

-Of kijk ik juist naar het 

gedetailleerde? 

-De traptreden omwille van mijn eigen veiligheid?

-De bloemen in al zijn verscheidenheid?

-Het economische door het logo van de Unesco als werelderfgoed?

-Of juist mijn mede wandelaar met wie ik mij op het zelfde Pad begeef? 

Ik hoor het gebrul van een kikker boven het geluid van vallend water. 

Maar het is de groep waar ik mij toch het meest bewust van ben. Samen loop ik op In verbinding met de natuur om ons heen. 

Over verbondenheid als je in een groep loopt. Een groep kan heel snel gevormd zijn , maar omdat we met het zelfde doel lopen richting Santiago is dat de mystieke elastiek van een groep. Je houdt elkaar in de gaten. Zo let je op elkaar. Een val is zo gemaakt. Je kunt ondanks de route het zicht op elkaar verliezen. Als iemand alleen loopt is hefboom een kwestie van loslaten. Camino is ook sollitude. Afzondering van de rest. 

Zoals Frankl beschrijft: “Het is bekend dat een gedwongen samenleving, waarin alles wat men doet voortdurend wordt geobserveerd door anderen , aanleiding kan geven tot de onweerstaanbare drang alleen te zijn, al is het maar voor korte tijd met zijn eigen gedachten.”

Zo ook op de Camino. Je loopt de tocht in een groep alleen, ieder met zijn eigen gedachten, verleden en wensen. 

Dit werd nog eens benadrukt door de film the Way die ik vanavond voor het eerst mocht zien. 

De acteurs Micheal Sheen en Martin Sheen spelen beiden de rol van vader en zoon. 

In het verhaal gaat dat de zoon op de eerste dag vanaf Saint Jean pied de Port is overleden. De vader  oogarts verneemt dit en besluit met de as van de zoon naar Santiago te lopen, uiteindelijk naar Muxia, het einde der aarde om daar de as te verstrooien. Hij krijgt op zijn tocht drie metgezellen mee,  die ieder afzonderlijk willen weten waarom ieder de Camino loopt. Aanvankelijk wil de vader niets zeggen en loopt uit boosheid en verdriet zijn tocht. In de loop van de tocht komen ze nader tot elkaar. Ze kenden elkaar van te voren niet. Zo is het ook voor mij. 

Ik kende mijn medewandelaars niet, maar mag mij nu verheven dat ik met hen mag meelopen. 

Al zal ook bij mij de behoefte niet verdwijnen om alleen te lopen met mijn eigen gedachten, verleden en wensen. 

2.03 Ik kan er geen pijl op trekken!

We dalen af vanaf de kathedraal richting de Douro. Pijlen gaan omhoog of zijn Geel of blauw. 

Blauw is voor de richting Fatima. En geel kan vanaf Lisbao komen. Maar je weet voor de kust route moet je naar het water, de boulevard op. Wederom een nog frisse temperatuur onder een zalige zon. 

De groepsfoto is genomen. En nu al 8 km verder rusten we even uit op het terras onder het genot van wat drinken. 

2.04 Gedachten heb je tijdens een wandeling. Het tempo daagt je uit om het vast te houden, maar als je het niet opschrijft ben je het zo weer kwijt. Het is de balans houden tussen vasthouden en loslaten. Het geheugen lijkt gauw vol te zitten, maar delete het ook buitengewoon snel. En dat is goed. Je hebt het recht om te vergeten, maar ook om je gedachten te verwoorden. Het zijn de foto’s van je geest. Je onthoud wat je hebt meegemaakt, dus voor je zelf. Maar je geeft ook iets van je zelf kwijt. Op voorwaarde dat je het kenbaar wil maken. Het is aan de ander wat men er mee doet. Te lezen of niet lezen. Het is vanuit gratuiteit dat ik dit schrijf. 

2.05 We lopen langs de olieraffinaderij van Matinsinhos. Aan de ene kant het strand en de zee. Aan de andere kant de fabriek. Twee kanten op de Camino. Ik neig voorlopig even te kijken naar de zeekant, maar heb oog voor de realiteit van de stad. Je loopt van plaats tot plaats. In ons geval van hotel naar hotel. Nostalgisch kan je slapen bij Auberges. Maar met mijn gesnurk ga je dat niet aan. Arme Edie! Tot nu toe slaapt hij goed.

2.06 We komen langs de weg en zien grote verkiezingsborden. Kies Europa, maar ook ‘Chega’ laat over rechts van zich horen. Ik zie het bord aan en constateer dat er rechtsonder in het hoekje nog vier gezichten staan afgedrukt. Blijkbaar is iemand het er niet mee eens, want vier rode kruisen staan over deze gegadigden heen. Ook Portugal is verdeeld.

2.07 Pijn is een signaal van het lichaam. Tot nog gaat het prima. 25 kilometer in de pocket. Met zo’n All inclusief Camino moet dat de komende dagen lukken. Om toch mijn spiritualiteit hoog te houden zing ik zachtjes af en toe een lied. Zo is de pijn toch enigszins dragelijk. Ik draag mijn kruis zonder ballast. Wie weet wat dat nog gaat worden?

2.08 Gisteren geëindigd net voorbij Aingeiras norte. Theo haalde ons daar op want het hotel Brazäo in Vila do Conde lag nog 12 km weg. We verblijven hier twee nachten. 

Vanochtend zijn we weer na het ontbijt teruggebracht. Natuurlijk kwamen we dus door Vila do Conde, dat op de weg ligt van de Camino richting Arcos. Nu zitten we weer hier in Vila do Conde, blij dat ik hier ben! 

Nou toch even niet. Want waar had ik jeuk van? Van histamine in mijn been tot een bijtend gevoel van binnen. 

Waar heb je nog meer jeuk van? Zo vormen zich eigenaardige gesprekken op je weg. Terwijl je voorbij loopt zie je op een bord een aalscholver die langs het strand zou verblijven. We krijgen het over het uitsterven van de Jan van Gent en over de footprint van de mens. Over de mens als dominante soort.

We lopen langs het strand en lezen ‘Saudade.’ Een melancholisch verlangen naar balans in de wereld ontstaat tijdens het lopen. Het is een Portugees woord wat ook in de Fado veelvuldig wordt bezongen. In de fado naar het meisje, ik naar mijn vrouw. 

2.09 Een man snijdt zeegroenten op een schorrenbed. Rondom een oorverdovende herrie van kikkers, padden, wat zal het zijn?

De vlonders gaan steeds meer over in duingebied. Zand dat kruipt in je schoenen en om dat  te voorkomen verlaag ik mijn tempo onder het gezang met de woorden:

“Brandend zand op een verloren strand loop ik eenzaam door dit land. Brandend zand berooft mij bijna van 't verstand

En dat alles komt door haar.” 

“Lopen pelgrims naar Santiago.

Op de Camino over strand 

Over heuvels , over paden 

Want wat is er aan de hand

Van al dat lopen krijg je blaren 

Verlies in Gods naam niet je verstand.”

Ook Anneke Grōnloh loopt met ons mee daarboven of ergens onderweg.

2.10 De groep loopt na vele kilometers veel uiteen. Wat blijkt? De route heeft zich even gesplitst. Het ene clubje loopt dus meer langs het strand en de duinen. De anderen waarschijnlijk meer over het plankierpad. Dankzij livelocatie blijft de groep toch bijeen. Geleidelijk aan komen de profielfoto’s weer tot elkaar nader in de app. Er wordt nog even gebeld: “ loop nog maar even door. Wij zitten nog aan de koffie!”En zie daar, even later zijn we weer verenigd in Vila do Conde. Je zou er het heen en weer van krijgen! 

2.11 Aan de rand van provinciale wegen lopen we richting Arcos. 

Ik zing het lied:” Hoever te gaan”van Huub Oosterhuis in een kapel achter Junqueira op verzoek van de groep. Het blijkt van daar af nog  4 kilometer. Toch handig om te weten. We scoren nog een stempel in ons pelgrimspaspoort en genieten in Arcos van een drankje. Vermoeide voeten dat is waar! Maar het belet mij niet nog even naar de kapel te lopen in een zijstraat bij het hotel. Jezus staat geheel niet gebukt onder het kruis. 

Alle vrouwen daarom heen snappen er niets van, zo lijkt het. 

Verdriet staat wel op hun gezicht. 

Jezus kijkt mij aan alsof hij zegt: “want mijn juk is draaglijk en mijn ballast is licht!”

Allee, ik verdwaal nog even en strompel het hotel binnen. Op tijd voor het pelgrims menu van 9 euro in een restaurant aan de andere kant van de straat. 

2.12 We stappen op uit Arcos, de derde loopdag. Langs bloemen lopend praten we over de wereld. Hoe zien wij die?. Er wordt spijt uitgesproken over de pas ontlokken scheuten die gegeten worden. Wat doen die vegetariërs die jonge scheuten aan?!

Het is met welke zienswijze je kijkt. 

Is het trappen op een mier wezenlijk anders dan het trappen op een mens op de grond? Welke betrokkenheid heb je op het andere. Waarom is hier een hond heilig en in Korea niet. Of een koe in India ten opzichte van een koe in groot productie in Nederland.

Ook in het universum komen schepping en vernietiging samen. Een zon wordt geboren en sterft miljarden jaren later. Wat doet God ons aan en wat ziet God aan? 

Schepping, vernietiging? Het is hoe je het ziet en benoemd. 

Met het niet meer uitgesproken woord valt God in stilte,actief of niet. 

2.13 Ik hoor de stilte niet

Voortrazende auto’s gaan over klinkende klinkerwegen rakelings de pelgrim langszij. 

Eindelijk Stilte. Ik kijk naar de losliggende stenen op het zandpad. Ik moet opzien naar de wereld.  Vogels  en gedachten vullen de stilte! 

2.14 Verdwalen hoort bij het leven. De weg terug vinden ook. “Ja nou zit je verkeerd!!” Een pijl kun je zo missen. Dus kordaat stap ik het met gier bespoten weiland op. Ik zie niemand meer, dus terug naar het punt van de laatst gevonden pijl. Verlies ik toch onnodig tien minuten. Ik ben de laatste in de rij, maar haal mijn mede pelgrims bij. 

De eerste stop gedaan En worden verwelkomd met soep en brood. Lekker dat beetje zout erbij! 

2.15 Bij de tweede stop zie ik de Ierse man waar Tom al uitgebreid met heeft gesproken. Hij heeft ook met Edie gesproken. De man krijgt koffie en besluit als dank een lied te zingen: “The Lowlands of Holland” gezongen door onder andere de ‘Dublinners’. Het is een muziekleraar woonachtig in Cork.Hij speelt op tinwistle en mondharmonica. 

Ik stelde aan hem voor of ik dan voor hem ‘Going Home’ uit de ‘nieuwe wereld’ mocht zingen. Zo gezegd zo gedaan. Ja ‘Sissel’ als operazangeres zingt het mooier. Maar ik ben een pelgrim en die zitten er af en toe naast. Niettemin was hij ontroerd door mijn gezang. 

Ook later in Barselos kwamen we hem tegen pal voor het hotel, maar hij had al gegeten, terwijl wij nog moesten beginnen

In Edie en mijn geval steak met salade en verrassend of niet, chips. 

2.16 Over pijn aan de  voeten en de hitte van de zon. Regenen mag het dan in Nederland krijg ik door, hier is de zon niet van de lucht. Maar ik ben eigenwijs. Ik krijg van een van  mijn lieve medepelgrims Ria lekker warm water. Ik drink het terstond op. Het flesje leg ik in de bus van Theo die mij even later verwijtend vraagt of ik nog water heb meegenomen. Nee dus! Ik drink ruimschoots, ook onderweg. Maar sjouwen daar heb ik een hekel aan. Geen flesjes in mijn fleece vest. Die is al vol genoeg met pelgrims pas en route boekje. Onderweg drink ik nog twee flesjes bronwater. Er staan zelfs grote flessen plat water van de supermarkt aan de kant van de weg. Drie keer langs de route gezien. Ondanks drinken zijn het vooral de kasseiwegen en zeker naar beneden lopend die het meest pijn doet. Op het vlak loop ik prima. Maar verbazing wekkend loopt Edie samen met Kees iedereen vooruit. Wat een bikkel. Dan hobbel ik er maar achteraan. Niettemin, er zit eenmaal op gang toch wel snelheid in. Maar de pijn is er. Ik lijk op een opa als ik na een stop overeind kom. Dan duurt het even voor ík weer uit mijn opstart modus zit. Het is warm en eigenlijk moeten we nog twee kilometer, maar een aantal van ons hebben het met de warmte wel gehad. 26 km, op zijn warmst 29 graden in de volle zon. Iedereen gaat zitten op het terras tegenover een schoon kapelletje. Maria ziet ons genadig aan en onze gebeden worden ingelost. Theo is een gouden kerel en zorgt nog voor heerlijke kabeljauwhapjes. We zijn in Barcelos

2.17  De vierde loopdag Barcelos naar Ponte de Lima.

Op de Camino wordt weinig gegroet tot nog toe. Mijn Portugees nog niet op gehaald dus kom niet verder dan “obregado.” 

Ik steek dan maar een hand op. Maar ook dat geeft weinig respons. Onderweg kom ik een schaap tegen. Ik blaat en zij blaat terug. Even later een haan ook zij reageert respondig op mijn gekakel. 

2.18 Wat ik heb bedacht: een nattte doek. Voor op mijn hoofd ter verkoeling. Zo lijk ik ook op een Pelgrim die op weggaat naar de kaaba in Mekka. Of zit ik verkeerd?

2.19 Het kan verkeren! Gisteren een blauw-geel bord zo groot. Nu is het een stuk lastiger. Ben ik soms kleurenblind? Zie ik geel voor wit aan. Maar zolang er pijlen zijn daagt de horizon! Toch krijg ik bij al die klinkerwegen hallucinaties. Ik zie asfaltwegen. Maar nee,  het zijn alweer klinkerwegen!

2.20 Achtentwintig kilometer in de pocket. Het was lang en ik ben moe. Mijn voeten doen zeer. Vond het warm zo lopend met 27 graden. De zonkracht was verzengend. Mijn voeten branden in mijn schoenen ik heb maar een lied gezongen onderweg: “Hoe ver te gaan en of er asfaltwegen zijn. Echt niet meer gebaande. Hoezeer mijn voeten lijden in mijn schoenen.” 

Aangekomen in Ponte de Lima rijden we eerst nog naar de oude brug. “Once more to the Bridge my friends!” Daar blijkt een stieren festival. Ze jagen zo’n beest blijkbaar op door een afgesloten parkoers. En druk man! Maar ik was veel te moe. We blijven nog wel eten in de stad. Tapas als opwarmertje. Trek heb ik niet. Ik wil mijn voeten rust geven. Er blijkt zelfs een zwembad in het hotel te zijn. De foto’s zijn genomen. Het bewijs geleverd. Maar ik lag na mijn douche beurt direct te pitten.

2.21 Vandaag de vijfde dag. Ponte de Lima tot aan Ribiaēs. 

Ik loop nog zonder stok dus wat wiebelig omhoog. Achter mij een Caminoganger.: “Hello my friend” are you Okay?” Het is dezelfde gast als gisteren. Hij heeft een mooie stok bij, ik nog niet. Wel heb ik een kletsnatte  handdoek op. Ik leg uit dat die verkwikkend werkt, zolang die maar nat blijft. Hij loopt verder en wenst mij een “Bom Caminho.” Portugees dat staat vast. Ik leer ondertussen mijn talen. In het café later worden we en masse verbeterd met:

“Bom Dia.“ Geen “Buen Dia!!” Dus vanaf vandaag….!

2.22 Nog maar een paar kilometer gelopen en onder de snelweg door zie ik nog eenmaal een pijl. Ik vraag ter bevestiging in mijn allerbeste Portugees of dat de Camino weg is . “Naar Santiago?” zo geduid een meneer mij. “Ja” gebaar ik. En inderdaad hij wijst de weg op van de gele pijl. Even later op een kruispunt. Nog maar eens gevraagd aan een andere Portugees. - Een Jogger die ik tot stilstand krijg. - Ook  hij geeft aan dat ik op de goede weg ben. Maar na 1.5 kilometer besluit ik te appen. Ik geloof dat ik fout zit. Ook hier weer. Verdwalen is een kunst, maar de weg terug vinden ook. Bij Cepoēs wacht ik. Bij een loei van een bord aan de rand van de provinciale weg haalt Theo mij op en zet mij terug op de Camino weg. Terwijl Edie appt: “Hubert wij zitten in café cunha nunes in labruja.”

Daar in het café een mango ijsthee gescoord. De weg omhoog begint nu echt tot uiteindelijk 395 meter vanuit 50 meter hoogte. Ondertussen ben ik ook nog mijn handdoek kwijt. Oei, denk ik even later: “Geen natte doek!”

Maar nog voor het steile stuk begint. Ontdoe ik mij van mijn fleece vest en mijn tShirt als ware het een strip tease, 

Maar niemand was er bij. 

Even later zoek ik naar een stok en vind een goede kromme stok. Precies goed. Ik krijg er zowaar de vaart in. De inmiddels ingestelde live locatie werkt. Dus ze kunnen mij live tracken. Maar het nadeel is 

Als de telefoon bij moet staan om mij te volgen loopt deze ook heel snel leeg. Dus een kilometer of twee voor de Auberge geeft hij de Geest. Plat. 

Martha liep een eindje achter mij. 

Zij heeft vandaag een vervelende blaar. Ze is 70 , maar nog zeer elastisch. Ze gooit haar benen omhoog alsof het niks is. Zij heeft nog een werkende telefoon. We lopen zowaar met navigatie naar de herberg. Al geef ik toe. Het waren de laatste 400 meter. 

2.23 Wat mij verbaasde vandaag waren de vele Camino fietser op dit pad. De hellingen waren zo steil en zoveel met grote stenen bezaaid. Mathieu van der Poel had er van gesmuld. Je kan hier op de fiets gerust de Hel van het Zuiden organiseren. Alleen maar kasseien. Mijn voeten doen er  nog zeer van. En dan gaan die lui met de fiets op de rug een helling op van 15% op. Ik had gelukkig mijn stok bij en ben overeind gebleven. 

Zonder stok was het drie keer een ‘rondje om de as’ geweest om overeind te blijven.

2.24 Drieënhalve kilometer voor de herberg staan de stoelen weer gereed voor drinken en fruit. Er is een Amerikaanse mevrouw,die blijkbaar geblesseerd is. Ze zit er al een tijdje, maar wordt opgehaald door een barhouder even verder op. Hij reageert wat op het feit dat hij niet langszij zou kunnen ivm de staanplaats van de bus,die overigens keurig netjes langszij het pad staat opgesteld. Hij maar wat gebaren die erop duiden dat hij een boete gaat krijgen. Hij rijdt het pad op. Zijn motor slaat af.Hij start opnieuw en rijdt zonder problemen het pad op. 

We staan ieder geval op en beginnen gelopen. Ik weer bij met mijn stok.beneden aangekomen. Staan Marij en Ria ingeven stil. Zij duiden dat ik nog een stempel kan scoren. Ik had er nog geen vandaag, dus ik naar binnen! 

Ik laat mijn kaart zien en hij laat mij gelijk de menukaart zien. Nou daar had ik geen trek in. Maar goed een Cola volstond. De dame die intussen naar beneden was

gebracht vraagt terwijl ik mijn cola in het drinkflesje giet of zij nog iets voor die rit van anderhalve kilometer omhoog en omlaag kan betalen. Vijftien euro hoor ik zeggen. Terwijl de dames zelfs iets hebben geconsumeerd. Het wordt bevestigd door een Portugese fietser. Nou dat is geweten. Als je er iets aan kan verdienen moet je het niet nalaten. 

2.25 We zijn weer fris en fruitig. 

Nu op weg naar het restaurant. Heerlijk ‘pelegrino’ menu. Gele paprika soep Frietjes rijst op een grote schotel. Heek voor Martha, voor de anderen rundvlees fijn en mals van draad. Plus sla en overheerlijke tomaten. Daarna fruitsalade of ‘Vienetta’ ijs.

Oh ja! Koffie na. 

2.26 De zesde loopdag Ribiaēs- valença / Tui. Tweeëntwintig kilometer bij negenentwintig graden. 

Vanaf het huis waar wij sliepen een paar 100 meter langs de provinciale weg starten wij de route. Na een scherpe draai terug begint weer het gedoe.  

SUPboardend over rollende kiezels. Om heel eerlijk te zijn. Mijn voeten gaan alle kanten op. Dus met mijn stok hou ik mijn evenwicht en zwier zo de heuvel af. 

2.27 Nog niet zover gelopen zien Martha en ik een auto staan. Daar komt een mevrouw uit die even om onze tijd vraagt. Maar al gauw blijkt wat de bedoeling is. De dame  zegt: “ Goot day.! I will sell you ferry goot Cookies in the car.”Ze laat het scherm zien waarop haar deegwaren staan aangegeven. Mijn eetlust zakt gelijk naar nul. 

Ik geef aan dat ik niet hoef en loop door. Vertwijfeld roept ze mij nog wat na, dat ik onderweg honger krijg en waarom ik dan niks koop.

Het kan ook anders. Verderop komt -wat ik kan inschatten- een vrouw aan met een afgedekte taart. Zij loopt naar een hek waarop een oud vrouwtje blij verrast bij het hek de taart aan neemt. Dat kan dus ook. 

2.28 Zodra het asfalt onder mijn voeten is gaat het tempo direct omhoog. “Tik, tik, tik..”  Als een metronoom klinkt het geluid. Het geeft ritme aan mijn stap. Algauw kom ik bij de eerste stop aan in het dorpje ‘Pereiro’. Even heb ik de illusie dat ik als eerste bij de tussenstop ben. Helaas mijn broer is mij voor. Samen met Kees. Hij is al een half uur eerder aangekomen en heeft al denk ik een frisje gescoord in een Barretje. Ik had zijn rode jas op de stoel niet opgemerkt. 

2.29 Na de stop is wederom de vervelende pijn terug die mijn voeten doen voelen. Het duurt lang deze keer in mijn beleving. 

Ik krijg meer dan trek, maar gelukkig iets voor Valença staat Theo weer als redder in de nood 

met het busje. Koffie kan ik inschenken en brood kan ik smeren. Zo ik kan er weer tegen. 

Vanaf dat moment nader ik de stad. De rest loopt al voor mij uit. 

Dat verschil wordt nog wat groter als ik besluit in een kapelletje wat zachtjes een aantal Taizé liederen te zingen. Ik draai mij om om verder te gaan en vind een stempel. Het is straks zaak er twee per dag minimaal te verzamelen voor je pelgrims paspoort. Want in Santiago valt de Oorkonde, de Compostela te behalen. Een ballotage commissie kijkt of je deze wel waardig bent. 

Nou gelet op mijn pijnlijke voeten, zeker!

2.30 Het laatste stuk gaat vlot. Een hond vliegt mij nog even aan, een lelijke hond. Maar gelukkig blaft hij alleen maar. Maar even was ik geen Pelegrino meer. Het verandert je grondhouding, mmm?

Ik loop langs de schitterende burcht van Valença en net als ik beneden ben via pittige trappen om de brug naar Spanje op te gaan rijdt Theo nog even langs. Hij is zijn schapen aan het tellen, zodat ieder van de groep weer bij elkaar is. We zijn in Spanje en Theo heeft heerlijke ‘Spiralli Bolognaise’ gemaakt. 

2.31 Op de Zevende loopdag lopen we van Tui naar Mos. Achtentwintig kilometer, wel een tamelijk vlakke etappe. Morgen naar Redondela is een korte etappe van Achttien  kilometer die nu wordt verlengd met drie kilometer. Er komen morgen dus twee heuvels van tweehonderdvijftig meter hoog in de etappe. 

Het is in het begin een prachtig parcours door bosrijk gebied. 

Ik krijg wat honger halverwege de morgen want ik weet niet hoe ver weg Theo staat. Ik scoor bij Café Xarden een mooie stempel, mijn tweede voor de dag. Voor vandaag safe wat de stempels betreft. 

Ik bestel een Americano koffie en Sint Jacob taart. 

De anderen lopen door naar Theo. 

Een paar kilometer verder kom ik iedereen aan de koffie en de taart weer tegen. Ik geef aan dat ik doorloop. “Geniet nog van de taart die over is!” Ik ben in mijn element.Ik maak nog een foto van een afzichtelijke stelling met zonnepanelen. Toppunt van lelijkheid. Ik ga door een mooi bospad. Edie is mij al weer voorbij gesneld. “Want ja dat ik voorop loop? Dat kan natuurlijk niet!”

Ze gaan door in de voor hun prettige snelheid. 

2.32 Halverwege de tocht heb je twee mogelijkheden. Een door het bos vermoedelijk met kiezels. Of een via de weg, maar die gaat door een industrieterrein. Ik passeer het distributiecentrum van El Corte Ingles. Daarvoor ben ik een brandweerpop tegen gekomen aan een strop. Er is een bombadeiro aan het werk aan de brandweer auto. 

Ik kom uit in het plaatsje O,oh Porriño. Een mooi plaatsje met een aantal markante gebouwen. Het stad huis is oud en massief. Ik zing nog even in een openstaande kerk en ga verder. Het is ondertussen bloed heet. Maar ik kom zonder kleerscheuren aan. Ik krijg wat fruit, een heerlijke kipsalade en koffie. Edie besluit dan maar eens te lopen. Even later is de rest ook vertrokken, Martha volgt wat later, want die heeft serieus last van haar voet. Ze slikt medicatie,  maar ondanks dat we aan onze laatste 4,5 kilometer begonnen zijn. Roept ze toch via de app om te worden opgehaald. 

Eindelijk kom ik in Mos aan. In de kerk van Mos heb ik alvast een stempel voor morgen. De datum zet ik er morgen op. Ik zing nog het lied ‘Ken je mij’ van Huub Oosterhuis voor Marij. 

De hotelkamers zijn in ‘Redondela’ en zeer groot. We eten in de stad. Ik heb een heerlijke vissalade en Edie een platgeslagen kalf. 

Ondertussen zijn ze beneden op de weg alles prachtig aan het versieren met kleuren. Prachtige ontwerpen zijn het. Wij kijken er vanaf ons balkon op neer. 

2.33 Mos Pontevedra

Grappig toch. Ik heb echt het gevoel dat we de processie van Echternacht aan het doen zijn. Vannacht op Hotel in Redondela. In de straat van het hotel kwamen we vandaag weer langs. Vanmorgen de fantastische bloemen patronen gezien. De hele nacht hebben tientallen vrijwilligers gewerkt aan de figuren tot vanochtend half zeven. Ik heb de afronding nog vanaf het balkon gevolgd.

Maar goed vanochtend ontbijt gehad met koffie en een giga croissant. Later op de morgen kregen we bij de zelfde bakker een broodje gevuld met ui en tonijn. Lekker voedzaam. Maar eerst moesten we terug naar de plaats waar we gisteren geëindigd waren. We starten en kregen de uitgestelde heuvel voor onze kiezen. Die was verdomd steil, maar de afdeling was helemaal geweldig. 25% naar beneden. Je kunt je voorstellen dat ik met een gangetje van 2 km per uur naar beneden ging. Martha had in verband met haar geblesseerde voet een handicap gekregen. Ze was vandaag 70 jaar en mocht starten in Redondela. Dat scheelde 9 kilometer. 

Ik liep zoals gebruikelijk achteraan. Ja ik ga nu eenmaal niet sneller. Met de live locatie kun je het verschil tussen Edie en mij goed zien.  Er is een afstand! 

Niettemin,  ik zing me zot. 

Weer terug in Redondela loopt Theo mij onverwacht tegemoet. Hij dacht dat ik al een koffie aan het drinken was. Maar ik was in de parochiekerk. Ik had een mooie stempel op mijn paspoort gezet en een schietgebedje gedaan. Maar de mis zou gaan beginnen. Dus ik moest  voor het zingen de kerk uit. 

Theo geleidde mij voor naar de bakker, dezelfde als vanmorgen, maar nu met iets minder lawaai. De vrijwilligers van het bloemen leggen kregen hun pizza en bier als vroege -of zo je wilt late-maaltijd achter hun kiezen. Later op de dag was dat anders. Na de stop liepen we weer door de straat van het hotel die nu bezaaid lag met bloemen in allerlei kleuren.ik telde er sowieso een stuk of 20.

Afijn verdergaand liepen we het stadje uit weer een nieuwe heuvel op in de buurt van Vilaboa. Daarboven was er er een prachtig uitzicht met zicht op een hangbrug en het meer aan is voeten. 

Plotseling zag ik een visser op het land. Hij was met zijn hengel bezig. Blijkbaar had hij zijn vis al op het droge. Bij het langs lopen derde mij dat denken aan het vissen van Jezus naar zijn leerlingen. Zij mochten vissers van mensen zijn. 

Verder op kraaide de haan drie keer en dat deed mij  weer denken aan de verloochening van Petrus. Maar ik niet! Ik wil Santiago halen! 

Ik kuste mijn stok en liep door. En waar lopen  wij voor? Eigenlijk voor al die leerlingen van Jezus die een goed verhaal hadden te vertellen en mede door hun begeestering gedood zijn. Zo ook Jacobus! 

Tja daar wil je wel voor gaan. 

En dat heb ik vandaag echt wel geweten. Vanmorgen vertrokken om half 9 en en vanavond om 1950 uur bij het hotel in Pontevedra. 33 km over drie heuvels met een hellingspercentage van 15 tot 25 % over buitengewoon stenig parcours.

Achteraan lopend ben je wel iets meer alleen en dan buurt je wat met jezelf. Of je komt een groep verloren Tsjechen uit Praag tegen, die daar toevallig ook liepen. En dan buurt je eens wat. Bijvoorbeeld dat ons water op is. 

Gelukkig was er beneden aan de heuvel een tap punt met drinkwater. We stonden daarvoor tamelijk droog, maar dat heb ik met het avondeten gelukkig goed gemaakt met 2 glazen vino tinto. 

En ook heerlijk mixed grill gegeten. 

“Mee ribbekes!”

2.34 Wil ik het toch nog over Jelle hebben. 160 cm grootbanken stuk en met een zo op het oog stugge manier van lopen. Maar met die dribbel pas loopt hij zonder probleem 4,5 km gemiddeld per uur en bovendien heeft deze man van 57 jaar in al die jaren 41.000. Kilometer gelopen. Waarvan meermaals 100 kilometer tochten.

Fenomenaal. Ik wil hem gewoon apart vernoemen, zodat hij niet vergeten wordt.

2.35 Ik was de eerste die uit Pontevedra mocht vertrekken richting Caldas de Reis, want ik ben tenslotte de traagste van de groep. Maar ja mijn voeten zijn na al die dagen aardig lam. 

Ik ben langs de kathedraal gelopen in de veronderstelling: “Dat ding is toch dicht!” Blijkt het achter af toch open te zijn geweest. Gemiste kans dus, ook voor een stempel. 

Echter niet getreurd verder bij Valbon kon ik met enig risico aan de andere kant van de snelweg een stempel krijgen. Je ziet mensen er een verzamelkick van krijgen. Allemaal voor de oorkonde of een volle stempelkaart. 

Ik zet een lied in in de kapel en Amerikaanse pelgrims luisteren toevallig mee. Achter af krijg ik een compliment. 

2.36 Het loopt omhoog en even later schiet een joggende pelgrima voorbij. Die heeft wel heel veel haast om bij Jacobus te komen. 

Boven gekomen koop ik een empenada maiz en 2 naranja. Een voor onderweg en een voor bij de taverne. 

2.37 Ik loop verder en zie palen met plastic flessen op hun kop hangend over de paal heen. “Ja hoor! Pelgrims met water tekort. Vul dat dan ook aan?!” 

Het is warm en wordt steeds warmer. 

2.38 Ik kom een stopbord tegen met onder het bord een ander bord met het woord: complaining. Inderdaad ik moet niet zeuren, het doet wel wat pijn, maar ik kom hoe dan ook in Santiago. Nog twee dagen! Wel weet ik dat ik voor de komende twee loopdagen mijn stok van evenwicht en balans hard nodig heb. Vandaag was Ieder fonteintje noodzakelijk voor een spoelbeurt van mijn doek. Die draag ik om mijn nek of als een arabier op mijn hoofd. Het is de komende dagen nog zeer warm. Ik kan het mij niet veroorloven mijn hoofd niet koel te houden.

Inmiddels zijn we aangekomen bij Caldas de Reis. De kerk is mooi van buiten, maar gesloten. Ik geloof dat ik weer te laat was! 

2.39 de negende etappe van pontevedra naar Caldas de Reis. 

Ik sta iedere keer versteld hoe ik heen en weer kan schieten in mijn gedachten. Soms tot in hemel juichend. 

Maar aan de andere kant door het zien van beren op de weg. En die heb ik toch echt niet gezien. Wel veel  honden - gelukkig achter slot en grendel - Het bedenken dat een hond je aanvalt en je niet verder kunt. Of dat je een helling af kiepert en je nog maar 2% energie op je accu van je telefoon hebt. En ook geen powerbank, zodat je telefoon uitvalt op het moment dat je nog net wil  bellen, half in de poeier op de berghelling. Daarom bleef ik toch maar liever zover mogelijk van de rand vandaan. 

2.40 Ieder moment op zo’n Camino is een beslis moment. De efficiëntie van de weg te gaan wordt bepaald door het oppervlak van de weg. Maar ook door het profiel van hoogte en laagte. Kies je de weg van de kant van de autoweg, wat prettiger loopt. Of ga je je via het bos, wat ongetwijfeld mooier is , maar onvergeeflijk veel pijnlijker aan de voeten. Zorg je voor voldoende water? Heb je voldoende gegeten? Wanneer kun je naar toilet, zonder noodzakelijk te moeten wildplassen? 

2.41 Ik heb alle zienswijze van de wereld gezien op de Camino in de bloemen op het veld. De enorme variatie daarin. Door de plots opduikende veldmuis met afgebeten staart en de groene Salamander die rustig het grindpad oversteekt. Door de nauwlettendheid die ik nodig had voor het pad. 

In het economische in het zien van dames die schoenen met heel dikke zolen dragen. In de E bikes, waar men moeiteloos de steilste helling oprijdt met de radio aan het zadel In de verdwijning van de ‘donativo’, de gift naar eigen inzicht. Alles wordt nu keurig afgerekend, gelijk ons economisch verdienmodel. 

In het lichamelijke door mijn kapot gelopen voeten en het opspelen van de zenuwbanen, vooral nachts 

Het herstel dat nodig was, in het liggen op bed avonds om de rug te ontlasten. 

In het geestelijke in blijheid, met het zien van grappige situaties op straat. In de zang die pelgrims van je horen en weten te waarderen. U in de gesprekjes die je met pelgrims hebt en de liefdevolle verzorging van de voeten door zuster Marij uit Maria hout Brabant die ook iedere keer met Ria voor mij uitloopt op deze Camino. 

In de inwendige mens met name de pelgrims maaltijd in bar San Miguel. De linzensoep was daar geweldig 

In het gelovige. In de dank en het gebed uitgesproken in de kerk van Padron. Het dorp waar de steen ligt in de kapittelkerk waarop Jacobus is gelegd. In de verbazing over de vele kerken die gesloten zijn. Voor een pelgrimstocht een bijzonder gegeven. 

2.42 De tiende loopdag Caldas de Reis richting Padron. 

Het ontbijt in het hotel Is nogal massaal voor grote groepen. Een beetje fluffy, niet echt mijn ding. 

Met de bus terug vanuit ‘Padron’ naar ‘Caldas de Reis’. 

Daar te beginnen, omhoog en vele malen omlaag. Door naar ‘Varla’. 

Op de live-locatie gezien dat we bij elkaar zitten en toch nog elkaar niet waarnemen Theo en ik. 

Ik geef op de app aan dat ik een korte pauze neem en een tonic drink. Staat Theo voor mij. Een bar verder moest ik zijn voor het pelgrims menu. Hij blijft nog even na en vertrekt dan weer naar de anderen. Ook hij heeft het druk. Ik bewonder hem zeer voor de organisatie die hij opneemt 

De tocht van 8 km die bijna drie uur duurt. Steeds trager en pijnlijker. Het voelt alsof mijn teentje op rechts gekneusd lijkt, niet realiserend dat ik blaren heb. 

Pijn is een signaal en blijkbaar deel ik de mening dat dat op de Camino erbij hoort. Omgekeerde dualiteit. Pijn hoort niet het is een signaal. Het geeft aan dat je aandacht voor de pijn moet hebben. Je gaat er ook steeds langzamer van lopen. 

Maar aangekomen en verzorgd ben ik klaar om morgen mijn laatste wandeling op de Camino Portugués te volbrengen. We zijn nu voorbij Padron, 

dus 23 kilometer moet lukken.

2.43 De elfde loopdag Padron naar Santiago. We gaan wandelen. Ingepakt start ik weer als eerste van Padron. Even een stukje drukke straatweg. Links het pad op over goede wegen door kleine gehuchten. 

In de verte hoor ik een bagpiper. Ik heb hem wat gegeven, maar niet omdat ik voor zijn muziek gekozen heb. Gauw voorbijlopen maar. Verder op dooft het geluid van de bagpiper en keert de rust weer terug. 

“Hé ik zie Marij?” Ik loop hen bijna in. Maar zij gaan voorlangs de kerk door op het pad. Ik kies er voor om nog een lied te zingen: 

Ubi caritas. Het galmt in de ruimte. Weer loop ik achter op! 

De Tsjechische groep zit 10 km voor het eind al aan het bier. “Your not there yet!”: zeg ik. De flessen worden al geheven. 

Twee houten stok ‘tikken’ komen voorbij naast mijn derde. Het zijn jongens met de Braziliaanse vlag.

Speedy gaan ze aan mij voorbij. Hebben die nog maar een dag gelopen of zo?  Nou ja, ieder in zijn eigen snelheid 

Een veldmuis rent over de snelweg het gras in op zoek naar eigen veiligheid 

De medicatie werkt gelukkig goed 

De laatste 8 kilometer en: ‘wir sind wieder da!’

De jongens met de stok komen weer voorbij. Die zijn vast blijven hangen. Wederom wensen ze mij voor de tweede maal een: “Buen Camino.”

Boem, de pijn komt op. Het tempo gaat omlaag. Ondanks mijn stok hang ik steeds meer naar rechts door. Een dame komt voorbij. Die vraagt hoe het met mij gaat. “A bit wobbaly: zeg ik. Ze lacht en loopt verder. Maar even later komt ze met een appel terug. Ik dank haar en waardeer het gebaar zeer. “Do you need some water?” Ik zeg dat ik nog genoeg heb. Het is nog 4 km te gaan. Kees loopt mij bij de laatste km tegemoet. Zicht op het einde en een glas Fanta. 

Na de zit en de fris lopen wij naar het consignatie kantoor voor de Compostela. We worden besnuffeld in onze paspoorten. Hebben wij daadwerkelijk de route gelopen die overeenkomen met de stempels?! Mag ik denken! De stempels staan erop. Even later krijgen we een mooie oorkonde met koker uitgereikt, in het latijn opgesteld. Trots neem ik het in ontvangst. 

3.0 Epiloog 

‘Wat ik nog te zeggen heb!’

3.01 Hoe ben ik mij gaan verhouden in de Camino? Ik vermoed vanuit de franciscaanse spiritualiteit. Ik ben mij bewuster van de wereld om mij heen geworden. Mijn handdoek, mijn hoedje, mijn stok, alles heb ik genegen verklaard. Ook de hond die ik gezien heb. Vandaag was het een lief hondje dat blaffend op ons afkwam. En ik kon niet anders dan het hondje liefdevol benaderen. Broeder kever, zuster hond.

Een kever loopt op het pad. Zal ik het doden met mijn stok?  Zo denk ik even. 

Ieder moment is een keuze moment met verschillende richtingen. Ook ik ben een kind van duaal denken. In mijn godsopvatting zie ik de grote kracht als God die aandoet of God die aanziet. Wat doet de wereld of wat doet de mens mij aan. Je kan in liefde alles geven, zoals een appel. 

Is dit de appel van goed of kwaad? Ik besef dat het de gezonde appel mag zijn en niet de verleidelijk rotte appel. 

“Je moet me tam maken”: zei de vos tegen de kleine prins. 

Ik loop langs een spreeuw die onbedaarlijk zijn zaadjes uit het gras haalt. Niets doet hem storen, gewend als het vogeltje is aan de vele honderden pelgrims die dagelijks op zijn pad voorbij komen. Honden die blaffen, geiten die blaten, kippen die kakelen. Dat hoort in hun aard, maar zij zijn allen tam gemaakt. Ik ook! Gaandeweg de Camino benader je de werkelijkheid zachter. Ik zing dan ook regelmatig op mijn pad. 

het lied van Huub Oosterhuis. 

Wek mijn zachtheid weer.
Geef mij terug de ogen van een kind.
Dat ik zie wat is, 
En mij toevertrouw,
En het licht niet haat.

3.02 Theo gaf aan dat het vroeger gebruikelijk was om een mergelsteen voor de bouw van de kathedraal mee te nemen. Dat gaf een volle aflaat. 

Micheal Harte zou nu zeggen: ‘Lamaketta!’ 

3.03 De dag na de Camino. 

Na het ontbijt gingen we gezamenlijk naar de kathedraal voor een eerste bezoek. Ja ik heb de kathedraal al eerder gezien. 

Maar voor mij was het voor het eerst een schouderklopje aan Jacobus boven op het priesterkoor mocht geven. Ik heb ook stiekem over zijn schouder gekeken recht de kerk in. Boven je was alles bedekt met de edelste metalen. 

Iedereen moet een trap oplopen om bij Jacobus te komen om vervolgens weer af te dalen.

Ik heb de noveenkaars opgestoken  en plechtig neergezet. Waar ik hem drie jaar geleden heb meegenomen  van Santiago met de belofte het na de volbrachte Camino terug te plaatsen in de kathedraal van Santiago. En dat is gelukt. 

3.04 We zijn na het bezoek aan de kathedraal naar de huiskamer van de lage landen geweest. We kregen daar koffie en hebben ons geregistreerd. 

3.05 Over de afsluiting van het lied de steppe zal bloeien in de ruimte van de Compostela consignatie.

Doorheen mijn gezang is het een gekakel achter de computer. Een levendige discussie vindt plaats tussen de verantwoordelijke voor de uitreiking van de Compostella en twee dames die menen recht te hebben op de Compostella op basis van hun stempels in hun pelgrimspas. Dat wordt betwist. De dames druipen af. Mijn gezang was even een foutje bedankt. Ik ben maar gestopt bij het derde couplet, nog voor het moment waar het gaat over de opstanding van Christus. Zoveel verrijzenis was dat zingen niet!

3.06 Terug naar de Kathedraal om een goede plaats te bemachtigen voor de in het Spaans gesproken pelgrimsmis. 

Vooraf aan de dienst: “Silentio Por favor!” De stem van God galmt door de kathedraal. Het invallend orgelgeluid beaamt de stilte. Het wierookvat hangt er ongebruikt bij. 

De dienst is lastig om te volgen, maar ik herken de orde van dienst. Die is overal in de kerk hetzelfde. Van de Spaanse preek zal dat niet anders zijn geweest. Al versta ik daar niks van. 

3.07 Na de dienst naar de Tapasbar. Nelyan en ik zijn hier vorig jaar ook geweest. Het was ook nu weer Godsgruwelijk lekker! 

Daarna in het appartement nog wat uitrusten en douchen. Zo gezegd , zo gedaan. Maar onder de douche zag mijn rechtervoet er rood en dik en glanzend uit. Ik werd na het zien van mijn voet gesommeerd naar het publieke ziekenhuis. Daar zijn mijn voeten behandeld met de woorden: “no more Camino!” Inmiddels heb ik ook een kuur voor 8 dagen. 3 keer daags. 

Met de taxi naar huis gebracht. Het moest van de zuster en de triage verpleegkundige. Dus met Edie teruggebracht tot vlakbij het appartement. Maar eerst hadden we paella in restaurant Paris. 

Morgenochtend om 8 uur ontbijt en dan met het busje naar huis. 

3.08 Gisteren vertrokken van uit Santiago richting Saint Jean de Luz. We zijn de weg gegaan voorheen deel langs de Camino Frances en zagen onderweg nog veel pelgrims, waarschijnlijk met pelgrims van ver. Sommige pelgrims leggen duizenden kilometers af. 

In O’sorno la Major hadden we een lunch. Onooglijk landbouw gebied, deel van de Meseta, het droge vlakke land tussen Burgos en Leon. We aten daar een dagschotel met Of bonenschotel met witschelpen of salade met iberico ham, witte kaas, tomaat en abrikoos. Daarna een tweede bord met friet en varkenslapje, vino water. Het was weer feest. Prijs was maximaal 17 euro op. 

We reden verder maar de navigatie had vanwege de desolaatheid van het gebied even geen satelliet bepaling. We reden op dat moment een stukje om. 

Ondertussen achter in de bus interessante tips gekregen om door te nemen. ‘Geweldloze communicatie’ van Marshall Rosenberg. En het boek ‘Religie en geweld’ en over het zondebok mechanisme van de Fransman Girard. 

Bij het hotel aangekomen had ik van het lange zitten hobbitvoeten gekregen. Wel goed geslapen met de benen omhoog dit keer. Goed voor de terug stuwing van het bloed richting het hart. 

Inmiddels onderweg richting Parijs na een goed ontbijt. 

Morgen zet ik wat foto’s op Facebook! Heb je ook nog wat te zien in plaats van te lezen. 

3.09 Aangekomen in Saint Jean de Luz In het BB hotel. Niet groot van kamer maar voldoende voor de overnachting.

Na het brengen van de koffer op de kamer pakt Theo uit bij het nabijgelegen La Grande Buffet. Het was na een pittige wandeltocht een hemels eetparadijs:Krab,kokkels, groenstrookmossel, garnalen te veel om op te noemen en van een geweldige kwaliteit. Daarnaast waren er kazen toetjes geweldig. Sorry maar ik heb mij blijmoedig uitgeleefd. 

Ik zal vannacht ongetwijfeld lawaai hebben geproduceerd. Ik hoop dat mijn broer mij vergeeft. 

Maar vanmorgen was het weer om half zeven op voor ontbijt om half acht en gingen we rijden om 8 uur. 

Vandaag een korte rit van 550 kilometer. Dus om half twee kwamen wij in Hotel Eindhoven aan. Ria en Nelyan stonden ons met bloemetjes op te wachten. Na de nodige omhelzingen namen wij afscheid van elkaar. Martha brachten we nog naar het centraal station. Zo kon zij verder naar huis. De sleutel van Vessem van de hotelkamer had ik goed in mijn bezit gehouden en moest worden teruggebracht. In Vessem was tegenover de herberg een fanfareconcert, dus gewaardeerd door ons als muzikaal onthaal. 

We brachten de sleutel terug en hebben nog koffie aangeboden gekregen. Voor zover als dat kon ons Camino verhaal gedaan en nog genoeglijk met een dame van 93 uit Vessem gesproken. Ook haar man had in het verleden de Camino vanuit Vessem heen en weer op de fiets gedaan. Ook naar Lourdes en terug. 

En ja dan is het tijd om te bezinnen na zo’n Camino. De gewone gang van zaken gaan gewoon door. Administratie voor de komende weken staan weer op de rol. Maar morgenochtend even nog mijn voeten laten beoordelen door de huisarts. Die waren op het eind van de Camino ernstig rood en gezwollen. Inmiddels al weer een paar dagen aan de medicatie. 

Als in  een soort parallelle wereld loop je zo een wandelweg uit. Ideeën en gedachten lopen nog door en die wil ik graag nog nader voor mij zelf op een rijtje hebben gezet. Die staan al in de koelkast. 

Gelukkig in korte gedachten op papier. Al die korte verhalen worden nog geredigeerd en ik maak er een schoon boekje van met hier en daar een foto.

Mijn innige wens is om die verzameling door te sturen aan mijn medewandelaars. Zij hebben buiten Edie mijn broer  deze nog niet gelezen. Moge het voor heen een dierbare herinnering worden om later nog eens na te lezen. 

3.10 Wil ik mijn groepsgenoten ieder apart even vernoemen.

Kees die voorop liep met krachtige tred samen met Edie. Blij dat hij deze Camino mocht lopen. Medebestuurder naar Porto en van af Santiago. 

Theo als wonderbare organisator. Die in uit iedere situatie wel een oplossing wist te vinden. Waanzinnig in flexibiliteit, maar ook weer zo spontaan dat ik het soms niet bij kon houden. Gastheer in het kwadraat! Met op iedere hoek wel een tafeltje en stoel gereed om even uit te rusten. 

Marij verzorger van voeten. Voor wie ik mocht zingen. Ik denk dat ze mijn gezang heeft gewaardeerd. 

Ria met haar het troostend woord en bemoediging. Gezellig, en rekening houdend met de achterliggers. 

Tom met wie ik diepgaande gesprekken reken mocht voeren. En van wie ik voor mijn denken mooie aanvullende tips heb gekregen. 

Jelte de onvermoeibare dribbelaar. Niet groot van lengte , maar ondertussen 41000 kilometer in de benen had waarvan vele 100 kilometer tochten. 

Martha. In wiens symbolen op de reis veelvuldig terugkwamen. Die inmiddels al drie Santiago reizen achter de kiezen had. Waarvan een afgebroken Camino een paar jaar terug omdat ze de pech had in een niet afgesloten ondergelopen putdeksel was gestapt. Een bikkel van een dame. 

Edie mijn broer. Ik ga je niet roemen voor al je intelligentie en talenten van de afgelopen jaren ,

Maar ook voor je bijspringen indien dat nodig was. Voor je bezorgdheid, wanneer ik achter liep. Voor je gezelschap bij het bezoek aan het ziekenhuis in Santiago in verband met mijn doorlopen voeten. Wat een avontuur! De reis zal ons nog vele jaren binden 

En ja ikzelf. Ik heb willen verbinden door mijn zang, door mijn blijmoedigheid. Door mijn aanspraak met andere pelgrims. Door mijn volharding en gebed om de pijn in mijn voeten te verduren. Door mijn verhalen die ik dag aan dag voor mijn Facebook vrienden heb geschreven zodat zij mij en mijn medewandelaars konden volgen, meer dan met foto’s alleen. Ik hoop dat dat mijn bijdrage is geweest tijdens mijn Camino.

3.11 Tenslotte: Ik dank mijn benen die mij gedragen hebben door de wereld. Ik dank mijn benen die mij herinneren aan de pijn. Een beetje invoelbaar met de pijn van andere mensen door oorlog en geweld. 

Nieuws

  • Wandelen Op Dinsdag (WoD) en de Market Garden Estafette

    Op dinsdag 17 september maakt Wandelen Op Dinsdag (WoD) een speciale dagtocht waarbij we twee etappes van de historische Market Ga

    Lees meer
  • Beijing en de Chinese Muur

    Je start in het hart van Beijing, waar het moderne leven bruist, en maakt vervolgens een reis naar het verleden wanneer je over de

    Lees meer
Meer nieuws

Contact

TT-Wandelreizen.nl / Theo Tromp
p/a Sint Jansberg 67
9202 ED Drachten

+31495712072/+31652788806
  • De Wandelsite

    De Wandelsite

    De Wandelsite wandelen Met een groepje van 7-10 mensen een wandeltocht maken? Meld je aan voor de gratis wandelagenda

    Lees meer
  • Wandelsportvereniging OLAT

    wsv OLAT wandelsportvereniging

    wsv OLAT OLATNieuws Ons nieuwsblad, OLATNieuws, verschijnt 11 keer per jaar. Maandelijks ontvangen de leden het.

    Bezoek de website
  • IML-Wandelingen

    IML-Wandelen in de wereld

    IML-Wandelen in de wereld

    Overzicht tochten
  • Wandelagenda

    Wandelagenda

    Wandelagenda Nederland

    Zoek een wandeling
  • Koninklijke Wandel Bond Nederland (KWBN)

    Koninklijke Wandel Bond Nederland (KWBN)

    Koninklijke Wandel Bond Nederland (KWBN)

    Lees meer

Om jou zo goed mogelijk te helpen de juiste informatie te vinden, gebruiken we cookies op deze website. Hiermee kunnen we (soms in samenwerking met derden) jouw internetgedrag volgen. Als je verder gaat op deze website, gaan we er vanuit dat je daar akkoord mee bent. Meer weten? Bekijk onze cookiepagina.